Cardiovascular health

Kun je testosterontherapie overwegen als je hart- en vaatziekte hebt?

Je libido neemt af. Je spierkracht loopt terug. Je slaapt slechter, je energie zakt weg. En je vraagt je af: is dit leeftijd, of is mijn testosteron te laag?

Voor veel mannen vanaf hun veertigste is dat een herkenbaar traject. En steeds vaker volgt dan de vraag aan de huisarts, of aan zichzelf: is testosterontherapie iets voor mij? Maar die vraag wordt complexer als je ook hart- en vaatziekte hebt, of een verhoogd risico daarop. Denk aan hoge bloeddruk, diabetes, overgewicht of een eerdere hartinfarct. 'Mag je dan wel starten met testosteron of vergroot je daarmee het risico op nieuwe hartproblemen?'

Die vraag kreeg onlangs nieuwe aandacht, mede dankzij een groot en langverwacht onderzoek. In deze blog zetten we de feiten en nuances op een rij.

Wat doet testosteron met je lichaam?

Testosteron beïnvloedt veel meer dan libido. Het speelt een rol in:

  • spiermassa en vetverdeling
  • botdichtheid
  • stemming en motivatie
  • cognitieve functie
  • insulinegevoeligheid
  • aanmaak van rode bloedcellen

Een laag testosteron, ook wel hypogonadisme genoemd, kan leiden tot vermoeidheid, krachtverlies, somberheid, gewichtstoename en seksuele disfunctie. Bij sommige mannen zakt het niveau fors. Bij anderen blijft het net binnen de referentiewaarden, maar is het biologisch actieve deel (vrije testosteron) te laag. In beide gevallen kan testosterontherapie verlichting geven. Maar niet bij iedereen, en zeker niet zonder risico’s.

De twijfel over veiligheid: waar komt die vandaan?

Begin jaren 2010 ontstond bezorgdheid over de veiligheid van testosterontherapie. Een vroegtijdig stopgezet onderzoek liet een toename van hartproblemen zien bij oudere mannen met beperkte mobiliteit. Later bleek dat veel van deze ‘events’ mild of twijfelachtig waren, zoals vocht vasthouden of hartkloppingen. Toch leidde het tot strengere richtlijnen. Wat jarenlang ontbrak, was een grootschalig onderzoek bij mannen met verhoogd risico. Tot voor kort.

Nieuw onderzoek bij risicogroepen: wat zegt het echt?

In een recent grootschalig onderzoek werden meer dan 5000 mannen tussen de 45 en 80 jaar gevolgd. Allemaal hadden zij een laag testosteronniveau én een verhoogd cardiovasculair risico. Zij kregen vijf jaar lang óf testosterongel, óf een placebogel. Wat bleek: het aantal grote hart- en vaatproblemen (zoals hartinfarcten en beroertes) verschilde nauwelijks tussen beide groepen.

Op het eerste gezicht dus geruststellend. Maar er zijn kanttekeningen. De gemiddelde stijging in testosteron was relatief laag. En de gebruikte toedieningsvorm  (een gel) heeft een variabele opname. Een deel van de mannen zag amper verbetering in hun testosteronwaarden. Met andere woorden: dit onderzoek toont dat lichte verhoging van testosteron geen extra risico gaf. Maar over hogere doseringen of effectievere toedieningsvormen zegt het weinig.

Wat zijn de echte risico’s?

Testosteron kan het aantal rode bloedcellen verhogen, de bloeddruk doen stijgen en mogelijk bijdragen aan stollingsneiging. Dat maakt het risicovoller bij mannen die net een hartinfarct of beroerte hebben gehad, of die al last hebben van bloeddruk- of stollingsproblemen. Tegelijkertijd laten andere studies zien dat testosterontherapie vetmassa verlaagt, insulinegevoeligheid verbetert en botdichtheid verhoogt.

De winst zit dus in kwaliteit van leven, fysieke functie en metabole gezondheid. Maar het vraagt om zorgvuldige selectie, dosering en monitoring.

Wat betekent dit in de praktijk?

Testosterontherapie kan ook bij mannen met hart- en vaatziekten een optie zijn. Maar alleen onder bepaalde voorwaarden.

Belangrijke factoren die hier een rol in spelen zijn:

  • hoe laag je testosteron is (totaal én vrij)
  • welke klachten je hebt
  • welke risicofactoren er spelen
  • welke toedieningsvorm wordt gebruikt
  • hoe intensief er wordt gemonitord

Een eenmalige bloedtest en standaardrecept zijn zelden genoeg. Zeker niet bij mannen met verhoogd risico.

Hoe LNGVTY deze kennis strategisch inzet

Bij LNGVTY kijken we niet alleen naar je testosteronwaarde. We combineren hormonale analyse met:

  • cardiovasculaire biomarkers (zoals ApoB, Lp(a), hs-CRP)
  • genetische aanleg voor hart- en vaatziekten
  • lichaamssamenstelling (zoals spiermassa en orgaanvet via DEXA)
  • metabole markers (insulineresistentie, HbA1c)
  • en je persoonlijke doelen, leefstijl en motivatie

Op basis daarvan bepalen we of testosterontherapie zinvol is. En zo ja: in welke vorm, in welke dosering, en met welke medische begeleiding.

Voor sommige mannen is het een game changer. Voor anderen juist niet.

Tot slot

Minder libido. Minder kracht. Minder energie.

Dat zijn signalen die je serieus mag nemen. Maar het antwoord is niet altijd testosteron. En zéker niet altijd op eigen initiatief.

Voor mannen met verhoogd hart- en vaatrisico is soms testosterontherapie geïndiceerd, maar alleen als onderdeel van een strategisch plan.

Grip op je energie en kracht

Ontvang 100 inzichten van Longevity arts Alexander Rakic voor duurzame gezondheid en prestaties

Ontvang de PDF